Art. III.1-1.- Deze titel is van toepassing op elke plaats die bestemd is als locatie voor werkplekken in gebouwen van de onderneming of inrichting, met inbegrip van elke andere plaats op het terrein van de onderneming of inrichting waartoe de werknemer in het kader van de uitvoering van zijn werk toegang heeft. Deze titel is niet van toepassing op:
1° buiten de onderneming of inrichting gebruikte transportmiddelen, noch op de arbeidsplaatsen binnen transportmiddelen;
2° tijdelijke of mobiele bouwplaatsen;
3° winningsindustrieën;
4° vissersvaartuigen;
5° velden, bossen en andere terreinen die deel uitmaken van een landbouwbedrijf of bosbouwbedrijf doch buiten het bebouwde gebied van dat bedrijf gelegen zijn.
Hoofdstuk IV.– Luchtverversing Art. III.1-34.-
De werkgever zorgt ervoor dat de werknemers in de werklokalen over voldoende verse lucht beschikken, rekening houdend met de werkmethoden en de door de werknemers te leveren lichamelijke inspanningen. Hiertoe neemt de werkgever de nodige technische of organisatorische maatregelen opdat de CO2-concentratie in deze werklokalen lager is dan 800 ppm, tenzij deze kan aantonen dat dit om objectieve en gegronde redenen niet mogelijk is. In elk geval mag de CO2-concentratie in deze werklokalen nooit hoger zijn dan 1200 ppm
Art. III.1-36.
Indien een luchtverversingsinstallatie wordt gebruikt, inzonderheid airconditioninginstallaties of mechanische ventilatie-installaties, moet deze beantwoorden aan de volgende voorwaarden:
1° ze is dermate gebouwd dat zij verse lucht verspreidt, die gelijkmatig wordt verdeeld over de werklokalen;
2° ze is dermate gebouwd dat de werknemers niet blootgesteld worden aan hinder door temperatuurschommelingen, tocht, lawaai of trillingen;
3° ze is dermate ingesteld dat de over een werkdag gemiddelde relatieve luchtvochtigheid tussen 40 en 60% ligt, tenzij dit om technische redenen niet mogelijk is;
4° ze wordt dermate onderhouden dat elke afzetting van vuil en de verontreiniging of besmetting van de installatie wordt voorkomen of dat dit vuil zo snel mogelijk wordt verwijderd of de installatie gereinigd, zodat elk risico voor de gezondheid van de werknemers door de verontreiniging of besmetting van de ingeademde lucht wordt voorkomen of beperkt;
5° storingen worden door een controlesysteem gemeld;
6° de werkgever treft de nodige maatregelen opdat de installatie regelmatig wordt gecontroleerd door een bevoegd persoon, zodat zij te allen tijde gebruiksklaar is. De relatieve luchtvochtigheid bedoeld in het eerste lid, 3° mag tussen 35 en 70% liggen indien de werkgever aantoont dat de lucht geen chemische of biologische agentia bevat die een risico kunnen vormen voor de veiligheid en de gezondheid van de aanwezige personen op de arbeidsplaats.
Zoals gebruikelijk loopt de wetgeving achter want er zijn veel meer vervuilende stoffen en gassen in je binnenklimaat. De lucht die je inademt op kantoor kan waarschijnlijk nog een heel stuk verbetert worden. Denk maar aan stikstofdioxide, roet, fijnstof, formaldehyde en nog veel meer.
Neem gerust contact op voor een vrijblijvend gesprek, een gezond binnenklimaat resulteert recht-evenredig in betere bedrijfsresultaten.
Lees hier de codex